|
Foto’s
ontsluiten niet enkel een betekenis die ze hebben meegekregen. Ze
stellen zich
open om door de kijker met betekenissen te worden ingevuld. Ze
ontfutselen ons
de dingen die we onbewust met ons meedragen: angsten, dromen, wensen,
trauma’s,
frustraties. Voor de reeks die hij in Alden Biesen toont, fotografeerde
André
Bertels onder meer rottende bladeren en uitschietend onkruid. Dat zijn
de
saaie, want op zich onbetekenende feiten. Toch bekijken we deze foto’s
met
enige huivering, enig ongemak. We zien de processen van verrotting en
ontbinding. “Natuur” laat zich hier niet langer vertalen tot “leven”.
Integendeel. De fotograaf is zich uiteraard bewust van de gevoelens die
zijn
beelden bij de beschouwer kunnen oproepen. Hij is tenslotte een
bevoorrechte en
bijzonder geoefende beschouwer van zijn eigen beelden. André
Bertels spreekt in
dit werk inderdaad over de dood, over verlies. Een verlies waar hij
destijds in
zijn leven mee geconfronteerd werd. Deze beelden zijn echter niet
autobiografisch in de strikte zin van het woord. Zij documenteren geen
waar
gebeurd verhaal. Deze beelden kijken niet achterom. Ze tonen niet wat
zij
afbeelden. Ze kijken ons aan en confronteren ons met onszelf, met onze
eigen
verlangens en ervaringen.
Tekst:
Pool Andries
|