|
Het recente werk van Frederic Geurts
(°1965) bestaat voornamelijk uit monumentale maar fragiele
structuren die steeds “op maat” gemaakt worden voor de plek waar ze
worden getoond. Ze spelen in op de context, de architectuur en de
betekenis van de plaats waar ze terechtkomen. De realisatie gebeurt
steeds in situ en neemt meestal enkele weken in beslag. In Alden Biesen
werd Geurts getroffen door het ronde bekken in het grasveld voor de
kerk. Deze grote gemetste put met een diameter van ongeveer tien meter
en een diepte van een meter had ooit wellicht een functie. Nu is de put
leeg. Zonder de geruststellende uitleg over zijn geschiedenis wordt hij
absurd: een rond gat in de grond. Echt mooi of decoratief is hij ook
niet. Toch verleidt hij om dichterbij te komen, hoewel we bijna zeker
zijn dat er niets te zien zal zijn. (Veel kans trouwens dat we
ontgoocheld zouden zijn, mocht er toch “iets” te zien zijn.) Boven de
put bouwde de kunstenaar een monumentale spiraal van verzinkte
staaldraad, met dunne kabels opgehangen aan acht palen. “Een
omcirkelende beweging rond het niets”, zo zou je deze structuur kunnen
omschrijven. Ook op dit werk is van toepassing wat Francis Smets
schreef over de inzet van Geurts’ oeuvre: “Altijd gaat het om het
wankele, onzekere, kwetsbare moment tussen behoud en verlies, tussen
zwaarte en lichtheid, tussen vastheid en vloeibaarheid, tussen
tastbaarheid en verdwijning, tussen aarde en hemel, zoals alles wat
gevleugeld is, gemaakt om te vertrekken, verlangend naar de
opslorpende, onzichtbaar makende hoogte buiten bereik …” [pp]
¬ http://www.fredericgeurts.be/
|